Nemen? Némen? Een kind krijg je, als je geluk hebt! Vroeger had ik een hekel aan deze betweters die elke onnozele ziel die tijdens een borrel en een bitterbal er een ‘En, wanneer nemen jullie kinderen?’-achtig iets uit gniffelde, terecht wees. Joh, laten we het een beetje luchtig houden, dacht ik dan.
Tegenwoordig kan ik meer begrip opbrengen voor de ongetwijfeld opgekropte frustratie van deze betweter. Helaas ben ik inmiddels ook zo’n betweter geworden. Behalve dat mijn repliek luidt: Ja, we willen graag een groene, met lichtmetalen velgen. Full option. Dan houden we het tenminste nog een beetje gezellig.
Als het raak is, is het raak
Ik ben niet iemand die al van kleins af aan droomde van het moederschap. Maar ik wist wel: als ik een kind wil, wil ik jong moeder worden. Maar soms loopt het leven even anders dan gepland. Soms gaan er relaties stuk en kom je je droomman op ‘late’ leeftijd tegen. Ik was 29. Hij 28. Het was meteen raak, en al heel snel was het duidelijk: wij willen samen verder en dat willen we het liefst niet al te lang met zijn tweetjes.
In het begin hadden we de naïeve We zien wel, als het raak is, is het raak en zo niet, we hebben geen haast-aanpak. Die ging al vrij snel over in het bijhouden van de cyclus in de bekende appjes en later kwamen de ovulatietesten. Mijn eitjes sprongen er volgens de roze strepen op de plastesten vrolijk op los, en op het juiste moment nog wel. We waren in de slaapkamer lekker getimed (maar toch gezellig) bezig geweest, dus waarom lukte het niet? Ruim een jaar na het stoppen met anticonceptie zijn we naar de huisarts gegaan die ons gelukkig meteen doorverwees naar de gynaecoloog. Na een hoop afspraken en testen was het duidelijk: er was inderdaad wat aan de hand. Het oordeel: de capaciteiten van de ‘power rangers’ van vriendjelief zijn niet om over naar huis te schrijven. Hij heeft net genoeg mankracht, maar de super powers zijn ver te zoeken.
Trots op mijn fabriekje
Terugdenkend aan dat moment in het kantoortje van de arts, kan ik nou niet bepaald beweren dat ik ‘de grond onder mijn voeten weg voelde zakken’. Of dat ‘mijn wereld instortte’. Ik ervoer drie verschillende emoties: opluchting omdat er iets was gevonden zodat we er aan geholpen konden worden. Opluchting gemixt met misplaatste trots omdat mijn fabriekje het wel goed leek te doen. En dat kleine beetje angst. Een bang stemmetje dat zei: er is dus iets mis. Het gaat dus niet vanzelf.
Ondanks dat die afspraak met de dokter niet voelde als een life changing moment, is het dat achteraf misschien wel. Dat zal je me over een paar jaar moeten vragen. Wat het wel was, voor zover ik dat nu (8 maanden later) kan beoordelen: het moment waarop het circus begon. Komt dat zien, komt dat zien! De voorstelling ‘We willen een kind maar het gaat niet vanzelf’ is van start!
Je neemt inderdaad geen kind. Je neemt het besluit ervoor te gaan. En dan mag je hopen en je eigen god naar keuze op je blote, nederige knietjes danken als het lukt en alles gezond is.
Maar wat fijn dat er nog genoeg mensen zijn die niet in hun nabije omgeving te maken krijgen met vruchtbaarheidsproblemen. Laat die lucky bastards maar lekker ongepaste vragen stellen tijdens het knagen aan een bitterbal. Dan kan ik lekker mijn full option-reactie geven. Houden we het toch nog gezellig.
Gastauteur – heeft 33 verhalen geschreven.